De populatie everzwijnen in Vlaanderen groeit, in aantal én in geografische verspreiding. Door het veranderende klimaat en milde winters sterven er minder biggen, waardoor de populatie toeneemt. Dat zorgt ervoor dat er in steeds meer gemeenten everzwijnen voorkomen. Everzwijnen kunnen zich zeer goed aanpassen aan nieuwe situaties. Daarom merken we ze ook steeds vaker op in woonwijken. Ze vinden er voedsel en voelen zich er vaak veiliger dan in drukke natuurgebieden. In onze bossen dragen everzwijnen bij aan de biodiversiteit, zorgen ze voor bosverjonging en geven ze ons de kans om hen te spotten tijdens een wandeling. Toch zorgen ze ook voor veel problemen. Ze woelen tuinen en akkers om, scheuren vuilniszakken open en zijn een gevaar in het verkeer.
Schade vermijden
Je kan zelf een aantal acties nemen om de kans op schade door everzwijnen te verminderen, alhoewel schade nooit helemaal uit te sluiten is. Zo zitten composthopen en groenafval vol regenwormen en andere insecten, echte everzwijnmagneten dus. Als je je composthoop in de tuin goed afschermt, en geen groenafval in het bos achterlaat, is de buurt meteen een stuk onaantrekkelijker voor een everzwijn. Wil je je tuin volledig ontoegankelijk maken, dan kan je een elektrisch of vast everzwijnproof raster aanleggen. Hoe je zon raster aanlegt, vind je in het handboek natuur als goede buur van het Agentschap voor Natuur en Bos (handboek ANB goede buur (vlaanderen.be).
Toch schade?
Heb je everzwijnen gezien, of heb je schade door everzwijnen? Meld dit dan zeker via www.wildinzicht.be en bij jouw gemeente. Schademeldingen bevatten belangrijke informatie om problemen aan te pakken. Zo geven meldingen aan waar overlast voorkomt en hoe er gepast gereageerd kan worden.
Wordt er iets met mijn melding gedaan?
De schademeldingen en waarnemingen komen vervolgens terecht bij het team van Gemachtigd Faunabeheerders (ANB). Het team neemt de meldingen uit Wildinzicht wekelijks door en gaat op pad om probleemsituaties in kaart te brengen. Omdat we als gemeentebestuur de voorbije jaren consequent meldingen van overlast bleven registreren en overmaken aan ANB, zet deze Vlaamse administratie dit team in en bestrijden ze de everzwijnen.
Indien meldingen afkomstig zijn uit percelen ingekleurd als jachtgebied, dan worden deze doorgespeeld naar de lokale jagers. Zij moeten dan gericht actie ondernemen om verdere overlast te voorkomen.
Ondervind je schade van everzwijnen, maar ligt je perceel niet in jachtgebied? Ook dan blijft het zinvol om overlast te melden. Mits toestemming van de grondeigenaar/-gebruiker kunnen de gemachtigde faunabeheerders ook zelf ingrijpen. Door hun ervaring met everzwijnbeheer in bewoond gebied kunnen ze op een passende manier actie ondernemen. De door hen gebruikte technieken (verschrikking, afschot en vangkooien) hebben in verschillende gemeenten, waaronder Leopoldsburg al tot goede resultaten geleid (zoals bijvoorbeeld in Heppen).
Het gemeentebestuur heeft toestemming gegeven aan de gemachtigde faunabeheerders om op te treden binnen het gemeentelijk patrimonium. Echter, heel wat gronden/huizen waar de everzwijnen voor overlast zorgen zijn in eigendom van de Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie van Defensie (CDSCA) of Wonen in Limburg (WIL). Ook hier kunnen faunabeheerders optreden indien er toestemming verkregen wordt van voorgenoemde instanties. Het gemeentebestuur roept deze instanties op eveneens hun toestemming te geven.
Tot slot volgt ook de provinciale everzwijncoördinator het everzwijnvraagstuk in Leopoldsburg mee op. Ze werkt als neutraal aanspreekpunt voor alle belanghebbenden en brengt de juiste personen met elkaar in contact. Via deze weg trachten we passende maatregelen uit te werken waar iedereen zich in kan vinden.
Heb je na het lezen van deze tekst toch nog vragen? Aarzel dan niet en neem contact via: everzwijn@vlaanderen.be.