INTERVIEW • Véronique Dembady – Project ACED

Véronique Dembady is geboren en getogen in Bouar. Nu woont ze al enkele jaren in Leopoldsburg en is ze actief in de Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking (GROS). In volle zomertijd nog hadden we vanuit de GROS een gesprek met haar over haar project ACED (Actes en Centrafrique des Enseignants pour le Développement) in Bangui in de Centraal-Afrikaanse Republiek.

Wat is je band met het project en hoe is het ontstaan?

Mijn broer is ingenieur en heeft in 2006 een groot huis gebouwd in Bangui voor zijn gezin (8 kinderen). In 2012 begon de oorlog die politieke instabiliteit veroorzaakte en de toekomst voor de jeugd hypothekeerde. Mijn broer besliste – onder de vorm van een lokale NGO – om dit huis ter beschikking te stellen van een school (ACED) in 2014. Hij startte met 340 leerlingen en 15 personeelsleden.

Wat probeert het project te verwezenlijken?

In belangrijke mate is het een onderwijsproject. De school biedt onderwijs aan zo’n 1.200 leerlingen. Hiervan maken ook 200 weeskinderen deel uit. Zij kunnen geen studiegeld betalen. Mijn broer past vanuit zijn eigen middelen hun bijdrage bij. Het onderwijs ziet er wel anders uit dan hier. Vanaf 3 jaar gaan ze naar de kleuterschool; zij krijgen ook lessen in het Engels. Vanaf 6 jaar is het de lagere school en het secundair bestaat uit het 1ste tot en met het 4de middelbaar. Het verschil zit in de dagindeling. Om 7.00 uur start de school. Voor de kleuters is er nog een speeltijd maar de school eindigt om 11.00 uur. De lagere school loopt tot 12.00 uur en het secundair tot 13.00 uur. Deze dagindeling is vooral omwille van de warmte. Nochtans blijft de school open tot ’s avonds. De kinderen komen in de namiddag bijlessen volgen of deelnemen aan de sportlessen. Elke maandag is er een speech van de directeur met een korte ceremonie en groet aan de vlag.

Het is niet alleen een onderwijsproject maar het heeft als project ook een veel bredere missie.

Uiteraard kunnen we met de school andere problemen aanpakken. We hebben een waterput laten boren, waardoor de leerlingen en mensen uit de buurt zuiver water hebben. In een tuintje leren kinderen hoe ze groenten moeten cultiveren. We willen ze later 1 maaltijd per dag aanbieden. De school is toegankelijk voor iedereen en maakt geen onderscheid in geloof of ras. Het merendeel van onze kinderen zijn meisjes. Het is belangrijk dat zij als toekomstige moeders een opleiding krijgen. Ze spelen een cruciale rol binnen de opvoeding en het verdere levensverloop van hun kinderen.

Waar haalt men de middelen en hoe verloopt het financieel met het project?

Mijn broer heeft zelf veel geld gestoken in dit project. Om alles te financieren blijft mijn broer les geven aan de universiteit terwijl hij in de week nog een taak heeft binnen het kadaster. Met het studiegeld van de leerlingen (het laagste van de wijde omtrek) wordt het karig loontje van de leerkrachten betaald. Zo is de school zelfbedruipend geworden. Hierdoor kunnen de personeelsleden hun families onderhouden om uit de armoede te blijven. Onze beperkte vriendenkring in België ondersteunt o.a. klassenbouw, schoolbanken, deuren, ramen… Ook GROS Leopoldsburg biedt ondersteuning. Met de subsidies van GROS kochten we vooral schoolmeubilair en voerden we infrastructuurwerken uit. Het project is geadopteerd door VIA Don Bosco, een erkende niet-gouvernementele organisatie die fiscale aftrekbaarheidsattesten mag afleveren.

Wat heeft jou aangezet om je aan te sluiten bij onze GROS?

Ik zag de oproep van de GROS in het gemeentelijk infoblad. Ik was al aan de slag als vrijwilligster bij Sint-Vincentius (Peer), het Rode Kruis (noodopvangcentrum Leopoldsburg) en het koor van Don Bosco in Hechtel. Ik zie het als een verderzetting van mijn vrijwilligerswerk bij GROS. Ik houd andere GROS-leden op de hoogte van de stand van zaken en verdere ontwikkelingen binnen het project van mijn broer. Om het project meer bekendheid te geven kan ik via de GROS ook breder communiceren zoals tijdens Kampo Mundo. Ik heb hieraan deelgenomen met een standje met proevertjes. De kookcultuur is erg belangrijk binnen de Afrikaanse gewoonten. We ontvangen erg graag mensen door lekker voor hen te koken.”

We zijn erg blij dat Véronique deel uitmaakt van ons GROS-team. Véronique heeft een aanstekelijk enthousiasme en praat elke keer opnieuw met erg veel passie over het project van haar broer. Bovendien heeft ze ons erg gastvrij ontvangen voor het interview en uitgenodigd voor een komende kookavond. We wensen haar broer nog veel succes met de verdere uitbouw van het project dat Véronique zeer vurig vanuit Leopoldsburg mee (onder)steunt.